Wat is de betekenis van Gelegenheid?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gelegenheid

(18e eeuw) (euf.) mannelijk geslachtsdeel. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)(citeert De Openhertige Juffrouw. ca. 1769)

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gelegenheid

gelegenheid - Zelfstandignaamwoord 1. mogelijkheid tot In het schema is er gelegenheid om een kop koffie te drinken. 2. een zaak Weet jij een gelegenheid waar ik een nieuwe broek kan kopen? Woordherkomst Afgeleid van gelegen met het ach...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gelegenheid

gelegenheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-le-gen-heid 1. een gunstig moment ♢ dit is de gelegenheid om je wat te vragen 1. ik maak van de gelegenheid gebruik om .... [op dit gunstige moment...

2024-04-27
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

gelegenheid

gelegenheid - mannelijk lid. Daar den goede dog onmagtigen (= impotente, H.) Adriaan my zoo dapper liefkoosde en streelde, dat hy my 't water in de mond deed komen, in voegen dat ik om al des werelds goed wel gewenscht zoude hebben, Dat het wat beter met zyn gelegentheid gestaan had, De Openhertige Juffrouw 1, 66 [± 1769].

2024-04-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

gelegenheid

(de, -heden), (i.h.b.:) gelegenheid tot vervoer van een persoon, lift. De moestuin werd dus aangelegd, maar daar Caledonia ver van de stad gelegen is, was er toen zelden, misschien eens in de maand, gelegenheid van en naar Paramaribo (Bartelink 73).-Etym.: In AN veroud.-Syn. brik (2).Zie ook: drop, droppen.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gelegenheid

s., gelegenheit; ieder neemt dewaar, elk fisket op syn tij; een voorbij laten gaan, in kâns forsitte; niet van degebruik maken, jins tij forsomje, de fûgel(s) oer it net fleane litte.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gelegenheid

v. -heden (1 ligging, plaatselijke gesteldheid, vero.; 2 plaats, ruimte, gunstig voor iets gelegen; 3 tijdsomstandigheid of gesteldheid van zaken, gunstig voor een bepaalde handeling: omstandigheid, aanleiding; ook: mogelijkheid van vervoer, reisgelegenheid; 4 W.C.): 1. de gelegenheid van een land, v. e. slagveld; 2. zo'n hoekhuis is een best...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gelegenheid

(gə'le:gənheit) v. (...heden) I. Eig. [→ gelegen 2] Veroud. plaatselijke gesteldheid, ligging : de van een slagveld. II. Metn. 1. [→ gelegen 2] plaats gunstig voor iets gelegen : een om de stoet goed te zien. 2. [→ gelegen 6] a. Algm. omstandigheid gunstig voor iets : een om je talent te laten schitteren; een geschikte, go...