Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

gelegenheid

betekenis & definitie

(de, -heden), (i.h.b.:) gelegenheid tot vervoer van een persoon, lift. De moestuin werd dus aangelegd, maar daar Caledonia ver van de stad gelegen is, was er toen zelden, misschien eens in de maand, gelegenheid van en naar Paramaribo (Bartelink 73).-Etym.: In AN veroud.-Syn. brik (2).Zie ook: drop, droppen.