Blinken — flikkeren — flonkeren — fonkelen — glanzen — glinsteren — tintelen — schitteren — vonkelen
Veel licht van zich geven. Glanzen wordt gebruikt van elk voorwerp dat lichtstralen gelijkmatig afwerpt; heeft er bij de uitstrooming der lichtstralen schittering plaats, dan gebruikt men een der andere woorden. Van deze uitdruk¬kingen is blinken de zwakste; het wordt schier uitsluitend gezegd van het glanzen door een levendig, nog min of meer...