Wat is de betekenis van dronk?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

dronk

Het begrip dronk heeft 3 verschillende betekenissen: 1) het nuttigen van drank. het nuttigen van alcoholische drank. 2) stemming door dronkenschap. stemming waarin iemand door dronkenschap verkeert. 3) toost. het toedrinken van iemand of iets, waarbij men veelal een korte heilwens uitspreekt; toost.

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dronk

dronk - Zelfstandignaamwoord 1. (drinken) het drinken 2. toost, toast dronk - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van drinken ♢Ik dronk ♢Jij dronk ♢Hij, zij, het dronk Verwante begrippen [2] heildronk,...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dronk

dronk - zelfstandig naamwoord 1. het drinken ♢ we brengen een dronk uit op het bruidspaar 1. een kwade dronk hebben [lastig worden als je dronken bent] Zelfstandig naamwoord: dronk ...

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dronk

sluk; dosis; besope; duiselig; in vervoering.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dronk

s., swolch; een goedehebben in fleurige drank’ oer jin hawwe.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dronk

m. (-en), 1. het drinken of gedronken hebben ; —een kwade, een goede dronk hebben, kwaadaardig, goedaardig zijn in dronken toestand; 2. hoeveelheid die men op eenmaal drinkt, teug, slok: een dronk water, wijn; — een dronk op iem. {iets) uitbrengen, een glas wijn enz. op iem. (iets) drinken (zie ald.); een dronk instellen ; vgl. afschei...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dronk

m. -en (teug, slok; ook: keer, dat men ter ere van iem. drinkt): iem. een — water weigeren; een — instellen op den gastheer; nog: zegsw. een kwade — (over zich) hebben, kwaad geluimd zijn, als men dronken is.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dronk

m. (-en; -je) I. Eig. 1. Algm. Veroud. het drinken. 2. Inz. het ter ere van iemand drinken: een op iemand drinken, instellen, uitbrengen. II. Metn. 1. hoeveelheid, die men op eenmaal drinkt: een water, wijn; een gulle -; een -, glas op iemand, iets drinken, drinken nadat een wens op die persoon of die zaak is uitgesproken. Syn. slok, teug. 2. t...