Dronken
bn., 1. onder invloed van, bedwelmd, verbijsterd door de drank, beschonken : de wijn maakt hem dronken; zich dronken drinken; hij is zo dronken als een tol; — met zijn dronken kop, gat, dronken zijnde ; 2. buiten zichzelf door het nuttigen (eig. of fig.) of genieten van iets : dronken van bloed; dronken van muziek; dronken van vreugde, zo bli...