Wat is de betekenis van Dom?

2024-04-29
Woord van de week

Team taaladvies (2023)

dom

Dom wordt steeds vaker gebruikt in een betekenis die niet in de woordenboeken staat: 'niet voorzien van software of elektronica', vaak met de bijgedachte 'inefficiënt'. Zo is een domme bom een traditionele bom, die alleen de zwaartekracht gehoorzaamt en na het afgooien niet kan worden bijgestuurd. Dom wordt gebruikt als teg...

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

dom

1) (2003) (SM) meester(es), iemand die seksuele controle over een ander heeft. • Vooral het Antwerpse Fetish Café inspireert een nieuwe openheid in het wereldje van ‘doms’ en ‘subs’, ofte meesters en slaven. (Menzo, juni 2003) • Maar dankzij de slagvaardige bewegingen van mijn dom omhelsde de slaafkraag sne...

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dom

dom - bijvoeglijk naamwoord 1. wie niet goed kan denken en weinig snapt ♢ deze domme leerlingen vinden alles te moeilijk 1. hij houdt zich van de domme [doet alsof hij het niet snapt] ...

2024-04-29
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

dom

(zn) naaf van een wiel TM.

2024-04-29
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Dom

van achter de Dom zijn, homofiel zijn. Een gelijkaardige (maar beledigende) uitdrukking is: van Utrecht zijn. Een Utrechtenaar is bijgevolg ook een oud scheldwoord voor een homoseksueel. Journalisten van het Utrechts Nieuwsblad moesten in de jaren dertig het woord Utrechtenaar, de tot dan toe gebruikelijke term voor een inwoner van de stad, op beve...

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

dom

zie donderen, paard.

2024-04-29
Internet woordenboek

Ensie (2001)

DOM

Document Object Model Beschrijving van de weergave van objecten in een HTML-pagina (zoals tekst, beeld, headers, links). In DOM staat beschreven hoe een HTML-pagina reageert op een bezoeker. DHTML maakt gebruik van DOM.

2024-04-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Dom

1. dat is niet van -men huize,dat is niet mis. Marineslang. 2. - geboren en nooit iets bijgeleerd,uitdr. gebruikt m.b.t. ongeneeslijke domheid. Reeds in de 19de eeuw en eveneens in het Duits: dumm geboren, dumm geblieben, nichts dazugelernt (met verscheidene varianten). Een variant is dom geboren en simpel gewiegd. Met een tas vol boeken was hij o...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

dom

zie drieëndertig, gort2.