Wat is de betekenis van Dom (titel)?

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

dom (titel)

m. heer, priesterlijke adellijke titel o.a. in Portugal; vaste titel van Benedictijnen-priesters.

2024-04-19
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

DOM (titel)

(Latijn: dominas = heer) is in Frankrijk, België, Nederland, Engeland, de gewone titel van Benedictijner abten en priesters, ook van de abten der Trappisten, die minder gebruikelijk is bij het aanspreken, meer uitsluitend dus gebezigd wordt in brieven en officiële stukken. Het Spaanse en Italiaanse „Don” komt daarmede o...

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dom (titel)

m. (—s) [Lat. dominus, heer] eretitel o. a. der benediktijnen : N.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dom (titel)

[Lat. dominus, heer], 1. in de Rooms-Katholieke Kerk de officiële titel voor abten en priesters bij benedictijnen, augustijner kanunniken en voor de abten bij de trappisten; 2. in Portugal een titel voor hooggeplaatste personen (Sp. don).