Wat is de betekenis van date?

2025-02-14
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-02-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-14
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

DATE

Date

2025-02-14
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

date

afspraakje. afspraak met iemand, meestal met de bedoeling dat hieruit een liefdesrelatie voortvloeit; afspraakje met een mogelijke partner; afspraakje. Voorbeelden: Een kwart van de ondervraagde vrouwen heeft wel eens een date gemaakt via het web. News.nl, 2000 Ik heb vanavond een date en nou ben ik toevallig heel erg blut. ...

2025-02-14
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

date

(zelfstandig naamwoord) [afspraak] afspraak, afspraakje - Ze heeft vanavond een afspraakje met een sympathieke knul. [pers.] afspraakje - Kom ik in het restaurant, geen afspraakje te zien! Ik denk 'bekijk het maar', draai me om: staat ie achter me! Was hij kort na mij binnengekomen.

2025-02-14
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

date

(1970+) (< Eng.) (euf.) (vluchtige) seks tijdens een afspraak. Oorspr. een onschuldig woord voor een (amoureus) afspraakje of rendezvous (met iemand). Vandaar ook: een scharreltje of iemand met wie men een (vluchtige) afspraak heeft of een one night stand. Het woord duikt veel op in contactadvertenties. • Een zeeman deed dinsdagavond omstre...

2025-02-14
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Date

Friese naam. Eenstammig verkorte vorm van een Germaanse naam met Daad-, Oudnederfrankisch dât, Oudfries dêd(e): 'daad, werk'.

2025-02-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

date

date - Zelfstandignaamwoord 1. afspraakje     ♢ De jongen maakte een date met het leuke meisje 2. degene met wie men een afspraak heeft     ♢ Het meisje werd verliefd op haar date. date - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van daten...

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

date

date - zelfstandig naamwoord uitspraak: deet 1. afspraak tussen twee mogelijke partners ♢ Victor heeft een date met zijn buurmeisje 2. mogelijke partner met wie men een afspraak had ♢ ik was vroeg thui...