bezoek
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-en), 1. het bezoeken: een bezoek aan een museum ; 't bezoek neemt toe, er komen meer bezoekers in de stad, het museum enz.; — een bezoek bij iem. brengen, afleggen, een visite; op bezoek zijn, gaan, op visite; — bezoeken van rouwbeklag kunnen niet afgewacht worden; 2. de personen die op bezoek zijn, komen: bezoek...
Wiktionary (2019)
bezoek - Zelfstandignaamwoord 1. het bezoeken, de visite ♢ Zij gingen even een bezoek afleggen. ♢ Het bezoek aan het museum was zeer de moeite waard. 2. de personen die op visite zijn of komen, de verzamelde bezoekers ♢ Ik...
Muiswerk Educatief (2017)
bezoek - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-zoek 1. het naar iemand toe gaan ♢ we gaan op bezoek bij Ahmed 2. de mensen die naar iemand toe gaan ♢ het bezoek bleef niet lang Zelfstan...
Omroep Reclame Nederland (2016)
Een bezoek is een serie van een aantal opgevraagde pagina’s tijdens één sitebezoek, door één bezoeker.
Hans Kaldenbach (2007)
Nederlanders gaan weinig zomaar, dus zonder afspraak te maken bij elkaar op bezoek. Het is gebruikelijk en normaal om vooraf even te bellen. ‘Komt het uit als we bij je langs komen?’ Waarschijnlijk kunnen Nederlanders niet goed tegen onverwachte veranderingen. Ze willen zich kunnen voorbereiden. Vrijwel alle vrouwen zeggen bij onverwacht bezoek: ‘L...
Fink (1998)
Wanneer het bezoek onaangenaam is, dan kan dit wijzen op allergieën of op een afkeer, die men in de waaktoestand tegen iemand koestert.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: