Wat is de betekenis van bezoeken?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bezoeken

(1937) (Barg.) bestelen. Syn.: een bezoek doen. • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bezoeken

bezoeken - Werkwoord 1. (ov) bij iets ofiemand langsgaan of langskomen De jongens wilden hun oma bezoeken. Wij hebben de tentoonstelling in het museum bezocht. 2. (ov), (verouderd) iemand kwellen Hij werd bezocht...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bezoeken

bezoeken - onregelmatig werkwoord uitspraak: be-zoe-ken 1. bij hem op visite gaan ♢ we hebben gisteren onze familie bezocht Onregelmatig werkwoord: be-zoe-ken ik bezoek jij/u bezoekt...

2024-04-23
Basisboek Online Marketing

Marjolein Visser & Berend Sikkenga (2011)

Bezoeken

Op een webpagina of app terecht komen en een activiteit verrichten.

2024-04-23
Lexicon van het Koninklijk Huis

F.J.J. Tebbe (2005)

bezoeken

Leden van het Koninklijk Huis leggen zowel nationale als internationale bezoeken af. Het betreft hierbij ofwel officiële optredens ofwel privé-bezoeken. Buitenlandse bezoeken zijn onder te verdelen in bezoeken in een land en bezoeken aan een land. Bezoeken in een land zijn bijvoorbeeld bezoeken aan evenementen of bijeenkomsten, en priv&...

2024-04-23
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

bezoeken

Bestelen. De term komt voor in een Bargoens woordenboekje uit het begin van de twintigste eeuw: ‘De Gabbertaal’ (1937) van E.G. van Bolhuis.

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bezoeken

v., bisykje, opsykje; de herberg geregeld —, nei de herberge reizgje ; iem. dikwijls —, immen it hûs fan it sté, steed rinne, de drompel by immen plat, swart rinne.

2024-04-23
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bezoeken

(bezocht, heeft bezocht), 1. (iets) gaan zien of horen, zich voor een poos er heen begeven : vreemde , landen bezoeken ; een museum bezoeken ; concerten bezoeken ; — inz. geregeld ergens heen gaan met een bepaald doel: een school bezoeken, er leerling zijn ; 2. iem. bezoeken, naar zijn huis gaan om hem te z...