Bekwaam — geschikt — knap — kundig
Wie de vereischten bezit om iets naar behooren te verrichten. Kundig ziet vooral op het bezit van theoretische kennis, knap op hiermede gepaard gaande natuurlijken aanleg; in de dagelijksche spreektaal is het meer in gebruik dan kundig-, geschikt op het bezit van praktische vaardigheid; bekwaam is wie kunde aan vaardigheid paart. Hij is een bekwaam...