Gepubliceerd op 28-04-2019

Bekwaam — geschikt — knap — kundig

betekenis & definitie

Wie de vereischten bezit om iets naar behooren te verrichten. Kundig ziet vooral op het bezit van theoretische kennis, knap op hiermede gepaard gaande natuurlijken aanleg; in de dagelijksche spreektaal is het meer in gebruik dan kundig-, geschikt op het bezit van praktische vaardigheid; bekwaam is wie kunde aan vaardigheid paart.

Hij is een bekwaam werkman: hij is handig en werkt goed. Hij is een kundig rechtsgeleerde beteekent: hij bezit veel rechts¬geleerde kennis; hij is een bekwaam rechtsgeleerde beteekent: hij heeft kennis en ervaring in zijn vak.