afwezig geven
verstek laten gaan; niet thuis geven. niet optreden, niet opdagen of niet reageren waar dat verwacht kan worden; zich afmelden; verstek laten gaan; bedanken voor; niet thuis geven. Voorbeelden: Johan Bruyneel gaf afwezig voor de slotetappe van de Zwitserse ronde. Onze landgenoot werd, volgens ploegleider De Rooy, in het holst van de...