afvaardigen
...
Wiktionary (2019)
afvaardigen - Werkwoord 1. (ov) iemand machtigen om iets te vertegenwoordigen, meestal een vereniging of een staat ♢ De burgemeester had hem afgevaardigd om die vereniging te vertegenwoordigen. Woordherkomst samenstelling van af(bijwoord) en vaardigen (verouderd werkwoord)
Muiswerk Educatief (2017)
afvaardigen - regelmatig werkwoord uitspraak: af-vaar-di-gen 1. iemand een groep mensen laten vertegenwoordigen ♢ wij vaardigden Pim af om met de burgemeester te gaan praten Regelmatig werkwoord: af-vaar-di-gen ik va...
Van Dale Uitgevers (1950)
(vaardigde af. heeft afgevaardigd) 1. iem. als afgezant of bode naar een machthebbend persoon of regeringslichaam zenden om een bepaalde last te volbrengen: men vaardigde een gezantschap naar Engeland af; 2. iem. afzenden en machtigen om met of zonder bepaalde lastbrief een vereniging, een gewest of een stad. een kiesdistrict of een deel de...
M. J. Koenen's (1937)
vaardigde af, h. afgevaardigd (als afgevaardigde zenden met een bepaalde last); iemand naar Engeland afvaardigen.
Jozef Verschueren (1930)
('af) (vaardigde af, heeft afgevaardigd) met een bepaalde last zenden : een gezantschap ; iemand naar de Tweede Kamer -. Syn. ➝ afsturen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: