Aflaten — nalaten — ophouden — uitschelden
Iets niet doen, eene handeling, waaraan men bezig is, niet voortzetten. Het eerste in de beteekenis van nalaten. Nalaten is in ’t algemeen iets niet doen, waarvan kan verondersteld worden, dat wij het doen zouden. Men laat zoowel iets goeds als iets kwaads na, ofschoon het afgeleide nalatig alleen in een kwaden zin gebezigd wordt. Aflaten, op...