aflaten
...
Van Dale Uitgevers (1950)
(liet af, heeft afgelaten), I. overg., 1. toestaan en gelegenheid geven een plaats te verlaten : ik liet hem van de zolder af; 2. (bezonken vloeistoffen) laten aflopen, ze aftappen = verlaten: wijn aflaten; (Zuidn.) melk aflaten, ontromen ; afgelaten melk, ondermelk ; — een kanaal aflaten, spuien, de water...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
ChatGPT (2023)
Aflaten zijn kwijtscheldingen van tijdelijke straffen voor zonden die na vergeving in de biecht zijn overgebleven. Ze kunnen worden verkregen door te bidden, goede daden te verrichten of op andere manieren. Gelovigen konden door het verzamelen van aflaten hun tijd in het vagevuur verkorten. Speciale aflaten werden verleend aan de Onze-Lieve-Vrouwek...
Wiktionary (2019)
aflaten - Werkwoord 1. (intr) (formeel) ophouden, stoppen, uitscheiden aflaten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aflaat Woordherkomst samenstelling van af en laten Verwante begrippen wijken
Paul Cliteur (2018)
Aflaten hebben betrekking op een systeem dat rond de 11de eeuw door de Kerk werd ingevoerd, waardoor mensen die gezondigd hadden, en na hun dood zouden terechtkomen in het vagevuur, een kwijtschelding (indulgentia) of ‘aflaat’ op hun straftijd konden krijgen. Zo verleende paus Urbanus II tijdens het Concilie van Clermont in 1095 een volledige aflaa...
Walter De Clerck (1981)
1. (Luiken e.d.) neerlaten. De luiken van de vensters waren altijd afgelaten, maar door de ruit in de voordeur kon je binnenkijken, DURNEZ z.j. (± 1958), 88. Als de store van ’t eerste venster nevens de deur tot onder afgelaten was, was de brug liber, WALSCHAP 1976, 150. 2. (Kledingstukken) afleggen, afdanken, niet langer dragen. ...
M. J. Koenen's (1937)
liet af, heeft afgelaten; 1. iem. toestaan een plaats te verlaten: de dokter liet me niet van de kamer af; 2. naar beneden laten: turf aflaten, nl. van de zolder; 3. iem. vergezellen bij het naar beneden gaan: het dienstmeisje liet mij de trap af; 4. niet aan- of omdoen: laat toch je mantel af; Z.-N. klederen aflaten, afleggen; 5. weglaten: zijn...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: