Wat is de betekenis van abrikoos?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

abrikoos

Het begrip abrikoos heeft 2 verschillende betekenissen: 1) oranjegele steenvrucht. eivormige, oranjegele steenvrucht met een zachte, gladde schil, afkomstig van de abrikozenboom. 2) abrikozenboom. boom waaraan abrikozen groeien; abrikozenboom; prunum Armeniacum.

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

abrikoos

(o.a. Tilburg, inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Vanwege de gelijkenis. Deze metafoor is vermoedelijk al erg oud. In het Franse argot wordt 'abricot fendu' al in de 17e eeuw gebruikt. 'Avoir l'abricot en folie' betekent: (als vrouw) seksueel erg opgewonden zijn. Het Engelse slangwoord 'apricots' wordt echter in de z...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

abrikoos

abrikoos - Zelfstandignaamwoord 1. (f)/(m); (fruit) een vrucht van de abrikozenboom Abrikozen smaken heerlijk door de yoghurt. 2. (m) (plantkunde) een boom van de soort Prunus armeniaca Aan de abrikoos zaten veel abrikozen....

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

abrikoos

abrikoos - zelfstandig naamwoord uitspraak: a-bri-koos 1. oranje vrucht met zachte huid en dikke pit ♢ van abrikozen kun je lekkere jam maken Zelfstandig naamwoord: a-bri-koos de abrikoos ...