abrikoos - Zelfstandignaamwoord
1. (f)/(m); (fruit) een vrucht van de abrikozenboom
♢ Abrikozen smaken heerlijk door de yoghurt.
2. (m) (plantkunde) een boom van de soort Prunus armeniaca
♢ Aan de abrikoos zaten veel abrikozen.
Woordherkomst
Ontleend aan het Franse abricots (abrikozen) dat geïnterpreteerd is als een enkelvoudige vorm
Synoniemen
[2] abrikozenboom
Gepubliceerd op 31-10-2017
abrikoos
betekenis & definitie