Belastingen

Belasting begrippen omschreven

Gepubliceerd op 12-10-2016

Belastbaar inkomen

betekenis & definitie

Het belastbaar inkomen is het inkomen waarover men inkomstenbelasting betaalt. Dit kan verschillen van het bruto inkomen, afhankelijk van de aftrekposten waar men recht op heeft. Het belastbaar inkomen is onderverdeeld in het inkomen uit werk en woning, het inkomen uit aanmerkelijk belang en inkomen uit sparen en beleggen.

Wanneer men werkt ontvangt men hiervoor loon. De werkgever keert dit loon uit, maar houdt een deel van het loon in om verschillende volks premies mee te betalen. Het uitgekeerde loon wordt het brutoloon genoemd, omdat hierover nog geen belasting betaald is. Die belasting wordt geheven in de vorm van inkomstenbelasting.

De hoogte van de inkomstenbelasting hangt af van het belastbaar inkomen. Het belastbaar inkomen is het brutoloon + overige inkomsten - aftrekposten en verrekenbare verliezen. Of en in hoeverre men aanspraak maakt op een aftrekpost hangt af van de persoonlijke situatie. Een bekend voorbeeld van een aftrekposten is de hypotheekrenteaftrek, voor woningeigenaren met een hypotheek.

Aftrekposten kunnen ertoe leiden dat het belastbaar inkomen daalt. Wanneer iemand bijvoorbeeld 40.000 euro bruto verdient, maar tevens hypotheekrente ter waarde van 6.000 euro betaalt heeft, mag hij deze 6.000 aftrekken van het bruto inkomen. Daardoor daalt het belastbaar inkomen van deze persoon van 40.000 euro naar 36.000 euro.

Het belastbaar inkomen is onderverdeeld in drie categorieën, de zogenaamde boxen. In box 1 wordt belasting geheven over inkomen uit werk, winst uit een eigen onderneming en inkomen uit alimentatie. In box 2 wordt belasting geven over een eventueel aanmerkelijk belang. Er is sprake van een aanmerkelijk belang als men meer dan 5% van de aandelen van een organisatie of onderneming bezit. In box 3 wordt belasting geheven over inkomen uit sparen en beleggen. Hierbij wordt dus het vermogen in de vorm van spaargeld en beleggingen belast.