Dit woord wil zeggen: voedering in de stal en wordt in de veevoeding in drieërlei betekenissen gebezigd. In de letterlijke zin van het woord betreft het de voeding van de landbouwhuisdieren (in de praktijk meestal beperkt tot het grootvee) gedurende de tijd dat deze dieren op stal slaan (winterperiode).
In de gebruikstaal betreft het echter veelal de voedingsperiode waarin de dieren behalve echt wintervoer ook vers groenvoer ontvangen (gras, knolgroen, snijrogge enz.): overgangstijden in herfst en voorjaar. Ook spreekt men van s. als het melkvee in de zomer tijdens of na het (mechanisch) melken op stal wordt bijgevoederd.