Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Stadspark

betekenis & definitie

noemt men in de groenvoorziening het grote park, dat moet voorzien in de ontspanningsbehoeften gedurende de lange zomeravonden en vrije middagen van een groot deel van de stadsbevolking. Het ligt gewoonlijk aan de buitenrand van de stad, is dikwijls 50 tot enkele honderden ha groot.

Naast bos en bosschage, speelweiden, vijverpartijen voor baden, kanoën en schaatsenrijden, is het gewenst er sportparken en volkstuincomplexen, theehuizen e.d., een fietspadennet, een groot zwembad, speciale terreinen voor jonge kinderen, terreinen voor jeugdclubs enz. in op te nemen. Vaak wordt een instructief beplantingsgebied aangelegd, een soort botanische tuin, arboretum of natuurkennis-tuin. Vb. in Ned.: het Kralingse bos in Rotterdam, het Zuiderpark in Den Haag, de nieuwe Zuiderparkgordel in Rotterdam (in ontwerp).

< >