Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Spectrum

betekenis & definitie

1. (natuurk.) Het licht is een golfverschijnsel, waarbij lichtgolven van een bepaalde golflengte door het oog worden waargenomen als licht van een bepaalde kleur. Men kan dit b.v. constateren, door het licht door een glasprisma te laten vallen.

Daar de brekingsindex voor de verschillende golflengten verschillend is, worden de kleuren gescheiden. Bij wit licht (b.v. van een booglamp; ontstaan dan alle kleuren van de regenboog. Doch ook gekleurd licht bestaat in de meeste gevallen uit licht van verschillende golflengten. Licht van één bepaalde golflengte wordt monochromatisch genoemd; de kleur van dit licht heet een spectrale kleur. de samenstellende golflengten van het licht vormen het spectrum.Met een spectroscoop kan men het s. van een lichtbron waarnemen. De scheiding van de lichtbundels van verschillende golflengten kan, zoals boven beschreven, d.rn.v. een doorzichtig prisma geschieden. Bij een andere methode laat men het

licht door een fijne tralie vallen, bestaande uit evenwijdige krassen, welke op onderling gelijke afstanden op een glasplaat zijn aangebracht. Deze afstanden moeten van dezelfde grootte als, of kleiner dan de golflengten van het licht zijn, wil men een goede scheiding verkrijgen. Ook voor ultrarood en ultraviolet licht heeft men spectroscopen geconstrueerd.

2. (phytopath.) Reeks van plantensoorten en rassen, die door een parasiet worden aangetast (z. Waardplantenreeks).

< >