In de colorimetrie maakt men vaak gebruik van licht uit bepaalde spectraalgebieden om de nauwkeurigheid te vergroten. M.b.v. kleurfilters of een spectraalapparaat, een z.g. monochromator worden juist die golflengten uit het licht van een lichtbron geselecteerd, welke door de te onderzoeken oplossing worden geabsorbeerd.
Men spreekt dan van spectro-colorimetrie.