of erfdienstbaarheid: gehoudenheid van (de eigenaar en gebruiker van) enig onroerend goed, t.b.v. (de eigenaar en gebruiker van) een aangrenzend of nabijgelegen onroerend goed zich enige vrijheidsbeperking te getroosten: dus, gelijk de wet spreekt, iets te dulden of iets niet te doen. S. betreffende agrarische eigendommen zijn b.v.: overweg of overpad, waterloop, waterhaling, uitzicht.
Daar iedere eigendom vermoed wordt vrij te zijn, kunnen beperkingen van deze vrijheid slechts op publiekrechtelijke voorschriften, op regels van burenrecht of op s. berusten. S. zijn zakelijke rechten. Zij bestaan slechts, indien en voor zover zij op de leggers ten hypotheekkantore zijn ingeschreven, waar ieder zich van het al dan niet bestaan ervan kan overtuigen. Zij kunnen niet van de desbetreffende percelen worden afgescheiden. Zij worden gevestigd of opgeheven bij overeenkomst in te schrijven ten hypotheekkantore. S. zijn vatbaar voor onteigening. In geval van ruilverkaveling of van verdelingen krachtens de markenwet gaan de s. mede te niet.