Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Sering

betekenis & definitie

1. (Ned.) S., Syringa, fam. Oleaceae, is de meest gekweekte trekheester, waarvan de teelt voorn. geconcentreerd is op het boezemland van Aalsmeer en de akkers in de Westeinderplas.

Elke 2 jaren kunnen de struiken in de kas getrokken worden, waarna ze weer geplant worden op akkers, waarop een nieuwe laag bagger is gebracht.In de winter na het eerste groeiseizoen worden de struiken teruggesnoeid, in het tweede seizoen moeten de struiken vóór de langste dag gewoonlijk rond- of losgestoken worden om de bloemvorming te bevorderen. Daarna worden in de herfst de struiken opgestoken en naar de kassen gebracht om successievelijk getrokken te worden. Het trekseizoen duurt van Oct. tot Mei, elke trek duurt 4 à 6 weken. Het meest gekweekt worden de witte var., vooral Mad. Fl. Stepman en Marie Legraye, alle veredeld op onderstam van S. vulgaris. Een belangrijk deel der bloemen wordt geëxporteerd.

2. (lndon. Indische s. is een naam, die op Java aan verschillende uit trop. Am. ingevoerde Cestrumsoorten wordt gegeven, die veelvuldig als sier- of haagplanten worden gekweekt.

< >