n de plantkunde worden zeer verschillende dingen als s. aangeduid.
(1) Bladachtige organen, door metamorphose van bladeren of bladdelen ontstaan. Hiertoe behoren de s. van wortelstokken en knollen (b.v. de s. nabij de ogen van de aardappel), de knopschubben, de s. in de bloemhoofdjes (op te vatten als schutblaadje, enz.); voorts de viezige s. der bollen (z. Bolschub). Bij sommige planten zijn alle bladeren tot s. gereduceerd, b.v. bij de bremraap en bij planten waarbij de stengels de functie, soms ook de vorm der bladeren hebben gekregen. (2) Aanhangsels van de opperhuid, vooral van bladeren, uit talrijke cellen, tot een vlak plaatje verenigd, soms getand of stervormig (b.v. duindoorn).