zijn kalkoenen, die met behulp van een schroefdraad in het hoefijzer worden bevestigd. Om te voorkomen, dat er een braam op de schroefdraad van het ijzer zal komen, waardoor het indraaien bemoeilijkt wordt, kan men het paard in de winter nooit zonder kalkoenen laten lopen.
Daar de kans op beschadiging van het beenwerk van het paard vrij groot is, als het dier op scherpe kalkoenen staat, verdient het aanbeveling op stal, en als het niet glad is, de scherpe kalkoenen tijdelijk door korte, stompe te vervangen (z. ook Insteekkalkoenen).