steenbreek. Meestal overblijvende, maar soms 1- of 2-jarige, kruidachtige, soms heesterachtige planten, behorende tot de fam. der Saxifragaceae.
Dit zeer grote plantengesl. (z. monografie van A.ENGLER en IRMSCHER, Saxifraga in Das Pflanzenreich Heft 67, 69, 1919) is verdeeld in verschillende secties, waarvan wij er hier slechts enkele noemen: (1) Tridaclylites met S. granulala I.., knolsteenbreek, knolletjes dragend, zodenvormend, bladeren niervormig, gekarteld; bloemen wit in veelbloemige tuilen, eentr. Eur., ook inheems; in cultuur de var. plena, Haarlems klokkenspel, met gevulde witte bloemen.
(2) Caespitosa met S.decipiens EHRH., overblijvend, zodenvormend. met 3-spletige bladeren en witte bloemen, Centr. en W. Eur. Hiertoe behoren de vele mossige Saxifragas zoals: Triumph,scharlakenrood; Alba grandiflora, grootbloemig wit; Bees Pink, rosé; Rosea superba, donkerrose.
(3) Hobertsonia met S.umbrosa L., hoe-langer-hoe-liever, overblijvend, rozettenvormend, bladeren omgekeerd eirond, leerachtig, bloemen in losse pluimen, wit met rosé punten, Z.Eur.
(4) Euaizoonia met S.longifolia Lapeyer., zilvergrijze rozetten, overblijvende plant mot lijn-tongvormige bladeren en zeer rijkbloemige, vanaf de basis vertakte pluimen met witte, soms rood gespikkelde bloemen, Pyreneeën; S.aizoon JACQ., zeer vormenrijke soort, rozettenvormend met roomwitte, soms rood gespikkelde bloemen; S.cotyledon L., gelijkt op S. longifolia, maar de rozetten zijn meer groen, Centr. en N.Eur.
(5) Kabschia met S.burseriana L., overblijvend. kussenvormend, met priemvormigc bladeren en alleenstaande, witte, soms rood geaderde bloemen op korte stengels, Alpen; hiervan verschillende vormen, o.a. sulphurea, met gele bloemen; S.apiculata ENGL.. kussenvormend, met langwerpige, stijve, spitse bladeren en gele bloemen, een der vroegst-bloeiende.
