1. (dierk.) De begrensde verhoging van het baarmoederslijmvlies, die uitsluitend bij de herkauwers voorkomt (z. Uro-genitaal apparaat).
2. C., fam. Crassulaceae. Meest als potplant gekweekte vetplanten, die gedurende de zomermaanden buiten, doch in de winter in de kas verblijven. De vermeerdering geschiedt meest door zaad of stek. De fraaie C. undulata HAW. met witte gegolfde bladeren ook ’s zomers in de kas (z. ook bij Chiastophyllum).