zijn prijzen voor landbouwproducten, welke de Overheid bij het voeren van haar
prijzenpolitiek met de haar ten dienste staande middelen zo goed mogelijk tracht te benaderen en voor de periode, dat zij van kracht zijn, te handhaven. Het is niet noodzakelijk, dat de prijzen, welke de boer op de markt maakt, altijd of als regel aan de r. gelijk zijn; kleine afwijkingen naar boven of naar beneden zijn mogelijk en in de praktijk veelal regel. Het vermijden van te grote afwijkingen van de r. wordt door de Ned. Overheid nagestreefd door invloed uit te oefenen op het aanbod (productieregelingen, vergroten of verkleinen van de invoer); op de prijzen bij invoer (invoerrechten, invoerheffingen of-toeslagen); op de prijzen in de verwerkende industrie; of op de vraag (door aankoop en opslag door de Overheid). M.b.t. de invloed, welke de Overheid kan uitoefenen op de aanbod- en de vraagzijde zij verwezen naar bedrijfschappen en prijsvorming.
Evenals in Ned. bestaan in België r. voor de belangrijkste landbouwproducten. In principe moeten deze r. aangezien worden als redelijke prijzen zowel voor de producent als voor de verbruiker. Daar de Regering er evenwel in de eerste plaats naar streeft een merkbare prijsstijging te voorkomen, grijpt zij snel in wanneer de prijzen van landbouwproducten oplopen. Dit ingrijpen heeft plaats door verruiming van de invoer en stopzetting van de uitvoer. Ingeval van prijsdaling beschikt de Regering in feite als afweerwapen alleen over maatregelen aan de grens, zodat bij overproductie de prijsdaling slechts in geringe mate belemmerd kan worden.