Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Ricinus communis L

betekenis & definitie

fam. Euphorbiaceae, is waarschijnlijk van Afr. oorsprong, maar reeds sedert zeer lang over alle warme gebieden aangeplant ter winning van de wonderolie uit de zaden.

R. kan in gematigde luchtstreek als eenjarige heester worden gekweekt.

Sommige partijen oliehoudende zaden (o.a. grondnoten) bevatten soms R.-bonen als verontreiniging. Deze bevatten een zwaar vergift (ricine). Speciaal in de producten uit Afr., Braz. en Indon. blijven door onvoldoende reiniging deze bonen in de partij achter. De verontreinigingen zijn uit de onverwerkte producten nog te verwijderen, maar bij de bewerkte importkoeken is dit onmogelijk. Dit veroorzaakt af en toe sterfte onder het rundvee, waaraan deze koeken worden gevoerd. Dgl. koeken zijn slechts bruikbaar na koken of langdurig verhitten op 60 C.

Een bron van gevaar vormen de restanten van het z.g. vogelzaad; aangezien vogels tegen de giftige stof bestand zijn, worden in de mengvoeders voor deze dieren wel R.-bonen verwerkt. Soms komen beschimmelde restanten in de afvalbak terecht (volièrehouders), hetgeen soms ernstige gevolgen kan hebben.

< >