Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Rhizophora

betekenis & definitie

is een tot de fam. Rhizophoraceae behorend boomgesl., dat in de buitenzoom der vloedbossen langs weke, modderige kusten in de tropen vaak gezellig optreedt.

De R. is van alle andere vloedboshoutsoorten direct te onderscheiden door haar manshoge, boogvormig uitstaande steltwortels. De R.-soorten zijn te verdelen in 2 groepen, een van de kusten van de Atl. Oceaan, de andere van de kusten van de Pacific. Voor het Pacific-gebied zijn de belangrijkste soorten R. apiculata BL. (syn. R.conjugala KURZ), bakau poetih (Mal.), bako (Jav.) en R. mueronata LAM., bakau item (Mal.), bako (Jav.). De laatste soort vormt meestal slechts een smalle buitenzoom en wordt naar binnen toe geheel verdrongen door de eerste.

Beide soorten kunnen uitgroeien tot bomen van 30 m hoogte en 5O cm dikte. Het zeer harde en zware (s.g. 1,1). roodbruine hout is goed splijtbaar, doch slechts matig duurzaam. Het wordt meest als brandhout en voor het branden van houtskool gebezigd. Verder leveren beide A.-soorten een dikke (2 à 2 1/2 cm), looistofrijke bast, die veel in de inheemse leerlooierij wordt gebruikt, hoewel het leer er een minder gewilde rode kleur door verkrijgt.In het Atlantisch gebied (o.a. Sur.) is R.mangle L., de mangro (Sur.) de belangrijkste soort. Ook daar wordt het hout als brandhout en de bast voor looistof gebezigd. 2 soorten komen voor in de Congomonding: R.mangle en R.racemosa.

< >