is een werktuig voor het transport (het verplaatsen of omhoogbrengen) van vloeistoffen of gassen. Vooral vloeistofpompen worden in de landen tuinb. veel gebruikt.
Het transport vindt plaats:(1) In een gesloten systeem. Hierbij behoeft de p. alleen de wrijvingsweerstand te overwinnen b.v. als de p. gebruikt wordt om het water te doen circuleren in de verwarmingsbuizen van een centrale verwarming b.v. in kassen.
(2) ln een open systeem. Hierbij heeft de p. bovendien arbeid te verrichten voor het op hoger niveau of onder druk brengen van de vloeistof. Bij het op hoger niveau brengen vloeit de vloeistof door eigen zwaarte af (b.v. gewone water-p. en de gier-p.); na het onder druk brengen wordt de vloeistof b.v. m.b.v. sproeiers m.o.m. fijn verstoven o.a. bij sproei-installaties.
Bij het open systeem onderscheiden wij de zuigp. (de p. bevindt zich aan het einde van de transportbaan). de pers-p. (mei de p. aan het begin) en de zuigpers-p. met de p. ergens tussen begin en eindpunt, echter met de p. niet op een hoger niveau
dan 8 m). Bij het gesloten systeem werkt de p. als zuigpers-p. aan de ene kant zuigend, aan de andere kant persend. De p. voor het transport worden onderscheiden in p. met een continu doorgaande stroom en die met een pulserende stroom. De eerste hebben een roterend mechanisme, de laatste een heen en weer of op en neer gaand.
Op grond van het mechanisme, waarop de pompwerking berust, onderscheiden we de volgende hoofdtypen:
A. Pompen met pulserende stroom. (1) Zuiger-p.) Hierbij is de zuiger welke in de pompcylinder op en neer bewogen wordt van een afdichting voorzien (pompleder). In de zuiger bevindt zich de zuigklep. Onder in de pompcylinder is aan het einde van de zuigleiding de hartklep geplaatst. Deze p. wordt veel gebruikt voor oppompen van drinkwater uit een regenbak of uit de grond door middel van een puntstuk.
(2) Plunjerpomp. Bij deze p. beweegt een plunjer (verdringer) op en neer of heen en weer in een pomplichaam, waaraan een zuig- en persklep zijn geplaatst en welke voorzien is van een afdichting voor de verdringer. Deze wordt gebruikt voor vullen van een hooggelegen reservoir. Voor motorspuiten in de tuinb. is veelal de constructie anders. De plunjer is vervangen door een zuiger voorzien van een rubber kom (cup), bewegend in een geëmailleerde cylinder. De zuig- en de persklep zijn dan overwegend kogelvormig van roestvrij staal ter vermijding van aantasting door de spuitvloeistof.
(3) Diafragma-pomp. Deze p. is voorzien van een membraan van rubberplaat of leder dat aan het pomplichaam bevestigd is en door een mechaniek in het midden op en neer wordt bewogen. De zuigklep is in het midden van het membraan aangebracht, de hartklep onder in het pomplichaam. Deze p. kan verontreinigd water verwerken en wordt b.v. gebruikt voor het leegpompen van een kleine bouwput.
(4) De vleugel-pomp heeft een cylindrisch pomplichaam waarin 2 op een as geplaatste vleugels, voorzien van perskleppen, schommelend bewogen worden d.m.v. een verticale handel. In de onderste helft van het pomplichaam bevinden zich 2 schotten voorzien van zuigkleppen.
B. Pompen met continu doorgaande stroom.
(1) Centrifugaal-p. Deze p. werken door centrifugaal kracht, ze leveren een continue stroom vloeistof waarvan de hoeveelheid afneemt bij toenemende tegendruk.
(2) Tandrad-p. De vloeistof wordt voortgestuwd tussen de tanden van 2 tandraderen. Ze worden veel voor kleine hoeveelheden vloeistof zonder verontreiniging gebruikt b.v. olie-p. voor hefinrichting van trekker, verspuiten van ziektebestrijdingsmiddelen.
(3 ) Vijzel-p.. Bij deze p. draait een as voorzien van een schroefvlak in een opvoergoot. De vloeistof wordt door draaien van de as in het schroefvlak opgevoerd. Deze wordt gebruikt voor onderbemaling van landerijen en kan zeer verontreinigde vloeistof opvoeren.
(4) Schroef-p. De vloeistof wordt bij deze p. in een buis voortgestuwd door een schroef welke veelal onder aan de buis wordt geplaatst. Deze wordt gebruikt voor onderbemaling en kan slootwater zonder grove verontreinigingen verwerken.
E. W. B. v. D. MUYZENBERG/ H. A. LENIGER.