is z.g. warme stalmest, omdat zich bij de snelle ontleding veel warmte ontwikkelt. Snelle ontleding is het gevolg van scheik. samenstelling (stikstofrijk) en van natuurkundige hoedanigheid (los en droog), hetgeen een gunstig milieu voor bacteriën is.
Met graanstro zet de mest sneller om dan met turfstrooisel; met stro maakt men een groter volume. Een paard levert per jaar gemiddeld 7000 kg verrotte mest, waarvan ca % tijdens het werk verloren gaat. In verse toestand bevat vaste paardenmest 0,56 % N. vloeibare 1,4% N.