Ofschoon het woord op zichzelf geen verklaring nodig heeft, moet er op gewezen worden dat de o. van tuinbouwgewassen verschillende oorzaken kan hebben. De o. kan een gevolg zijn van een gebrek in de voeding, veroorzaakt door de afwezigheid van voedingsstoffen of door het onvermogen deze op te nemen.
Ook kan het voorkomen, dat de voor het leven benodigde stoffen door parasieten worden onttrokken. Afgescheiden hiervan kunnen de planten ook onvruchtbaar zijn doordat ze geen voortplantingsorganen vormen of doordat deze abnormaal ontwikkeld zijn. Ze zijn dan physiol. onvruchtbaar. Deze physiol. o. kan ook optreden als het stuifmeel afwezig is, dat de bevruchting tot stand moet brengen en eigen stuifmeel geen resultaat oplevert. Bij gedeeltelijke abnormale ontwikkeling der geslachtscellen is het mogelijk, dat slechts een deel der eicellen kan worden bevrucht en dat de vruchtdracht hierdoor steeds klein is. De volksmond noemt deze planten ook o., doch men bedoelt hier dan mede betrekkelijk o. of weinig vruchtbaar. Daar dit soms gebonden is aan bepaalde omstandigheden is het mogelijk, dat deze o. niet permanent optreedt.