Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Ondoorlatend

betekenis & definitie

(cultuurtechn.) De doorstroming van water (of lucht) verhinderend. Vaak ook gebruikt voor lagen met een zo geringe doorlatendheid l.o.v. de aangrenzende materie, dat in deze lagen geen grondwaterbeweging van betekenis plaats heeft.

De betrekkelijke ondoorlatendheid treedt op bij veen, speciaal wanneer het samengedrukt of gelaagd (spalier) is; bij zand met een kleine korrelgrootte en dichte pakking; bij klei, indien grove en fijne deeltjes dicht opeengepakt zijn. Leem is i.h.a. ook zeer weinig doorlatend (keileem). Gesteente zonder scheuren is absoluut ondoorlatend. Plantenwortels dringen moeilijk in o.grond door. Veel water is zo vast aan de bodemdeeltjes gebonden, dat er weinig water voor de planten beschikbaar is. Veelal verkeren ondoorlatende gronden in een gereduceerde toestand.

< >