noemt men in de bosb. de bedrijfsvorm, waarbij hakhout en hooghout op dezelfde vlakte is gecombineerd. Hierbij Iaat men dus een deel der bomen in wijd verband hun volle hoogte ontwikkeling bereiken, vóór men ze kapt. terwijl de andere bomen periodiek op stronk worden gezet voor de winning van takkenbossen.
Deze bedrijfsvorm is in de 19e eeuw veelvuldig voor de loofhoutbossen in Eur. gebezigd, omdat hij zowel in de brandhout- als in de timmerhoutproductie voorziet. In de jongste tijd wordt hij echter om zijn geringe rentabiliteit meer en meer verlaten. Alleen voor de populierecultuur, waarbij men tussen de populieren nog wel elzenhakhout teelt, heeft hij zich kunnen handhaven.