is een boomgesl. uit de fam. Magnoliaceae, verbreid over Z.O.
Az. en Indon. M.alba de., tjempaka poetih (Mal. en Jav.), een hoge zware boom, wordt om de grote welriekende bloemen veel op woonerven geteeld. Daar de boom nimmer vruchten draagt, geschiedt de voortplanting geheel langs ongeslachtelijke weg.M.celebica KOORD., tjempaka hoetan (Mal.), is een woudreus met fraaie stamvorm uit de bergregenbossen van N. Celebes (Menado), waarvan het waardevolle, zeer duurzame hout in eigenschappen overeenkomt met dat van M. velutina van Java.
M.champaca L., tjempaka koening (Mal. en Jav.), een boomsoort uit India, wordt in de bergstreken van Java veel aangeplant om de welriekende gele bloemen.
M.montana BL., tjempaka djahé (Jav.), is een hoge zware boom uit de bergmoessonbossen van Java. Het vers naar gember ruikende, fijndradige, zeer duurzame donker geelbruine kernhout is zeer gezocht voor huizen- en bruggenbouw en meubels. De stamvorm is echter meestal minder fraai dan die van M. velutina.
M.velutina Br.., manglid (Soend.), kembang (Jav.), is een snel groeiende woudreus uit de bergregenen moessonbossen van Java met een bijzonder fraaie zuilvormige, rolronde stam, zonder wortellijsten. Het licht gele, vaak fraai bruin gevlamde kernhout is fijndradig, zacht, gemakkelijk bewerkbaar, sterk en zeer duurzaam. Doordat het hout ook weinig werkt, is het bijzonder gezocht voor huizen- en bruggenbouw en meubels. Helaas is deze kostbare houtsoort op Java reeds zeer sterk uitgekapt. Sinds 1933 wordt deze houtsoort in de bergbossen van Java systematisch aangeplant; het is echter moeilijk aan voldoende zaad te komen.