fam. Labiatae, munt.
Sterk riekende kruiden, waarvan enkele in cultuur ter wille van de er in voorkomende actherische olie.M.crispa, L., kruizemunt, is forser dan M.piperita en groeit op zand- en zavelgronden en veen. Blad en kruid, Folia en Herba Menthue crispae, bevatten een vluchtige olie, waarin minder menthol voorkomt dan bij M.piperita.
Cultuur. Voortkweken door delen van gewortelde uitlopers in het voorjaar. Eén are levert voor 10 are planten, rijen op ca 40 cm. Schoon land is gewenst. Voor folia geruime tijd voor de bloei oogsten om, na grof snijden, geen stengelig product te krijgen. Voor oliedestillatie wordt in de bloei gemaaid. Opbrengst herba 300-400 kg/are; folia 250 -300 kg, waarbij tweemaal gemaaid wordt.
M.piperita L., pepermunt, wordt wel opgevat als een bastaard van M.viridis L. en M.aquatica L.. Ze is gevoeliger dan M. crispa en komt evenals deze slechts in cultuur voor. Kruid en vooral de vluchtige olie vinden toepassing in de geneeskunde, bij bereiding van likeuren en suikerwerk en in de cosmetische industrie. Deze plant levert blad en kruid, resp. Folia en Herba Menthae jnperitae. Een belangrijk bestanddeel van de olie is menthol. Hiernaast komt menthon voor. Uitgebreide teelt vooral in de Ver. St. Beroemd is de Eng. Black Mitchammint welke eigenlijk als algemeen productieras het enige geschikte is (M.piperita, L. var. officinalis, forma rubescens CAMUS). Evenals bij andere Mentha-soorten kan voor cultuur slechts uitgegaan worden van gegarandeerd echte worteluitlopers. Teelt als bij M.crispa; slempige grond is zeer ongeschikt. Gevoeligheid voor roest, Puccinia menthae PERS., is groter. De opbrengst herba is 200-350 kg/are; folia, waarbij men vroeger maait en na drogen de stengels uitzeeft, 200-250 kg, waarbij tweemaal gemaaid wordt.
M.viridis L. (syn. M.spicata Huns.), de z.g. Spearmint, wordt in grote oppervlakten in de Ver. St. voor oliewinning geteeld. Teelt als van M.crispa.