Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Labiatae

betekenis & definitie

of lipbloemigen vormen een grote, over de gehele aarde verspreide fam. van kruiden, o.a. gekenmerkt door vierkante stengels met kruisgewijs tegenoverstaande bladeren en door de tweelippige bloemkroon gevormd door resp. 2 + 3 of door 1 + 4 slippen van de 5-slippige zoom. de bovenste lip is vaak helmvormig (b.v. bij dovenetel).

De L. komen in groten getale voor in de N. gematigde zone, doch het allerrijkst daaraan is het, in de zomer droge. Middellandse Zeegebied. Vooral hier zijn ze rijk aan aetherische oliën.

Sommige er in het wild voorkomende L. worden verzameld voor de winning van die oliën (Lavandula, Rosmarinus, Thymus) en andere worden daarvoor aangeplant (Mentha, Pogaslemon). Verschillende zijn door die geurstoffen gewild als keukenkruid (Hyssopus, Melissa, Satureja), weer andere worden gebruikt in de geneeskunde (Lavandula, Ocimum, Salvia).

De kortgesteelde, in gedrongen bijschermen staande bloemen vindt men in de oksels van gewone bladeren tot schijnkransen verenigd, of in die van klein tot zeer klein blijvende bladeren, zodat samengestelde, aar-, tros- of pluimvormige bloeiwijzen ontstaan, die dgl. soorten sierwaarde verlenen (Salvia). Coleus wordt gekweekt om de bontgekleurde bladeren.

< >