Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Lignine

betekenis & definitie

is na celstof het belangrijkste bestanddeel van hout (tot 30%). Het is bestendig t.o.v. zuren, maar lost op in basen.

Het is weinig toegankelijk voor microbiol. omzetting. Daardoor beschermt l. de plant tegen ontleding van de celstof en houdt de cellen intact. L. maakt echter plantendelen zoals stro moeilijk verteerbaar in het dierlijk lichaam. Men heeft nog geen bevredigende formule voor l. kunnen opstellen. Als bouwstenen bevat het benzeenderivaten. Uit de kalismelt van lignine heeft men b.v. 3,4-dihydroxybenzoëzuur geïsoleerd.De houtgeest, die bij droge destillatie van hout ontwijkt, moet door ontleding van l. zijn ontstaan. Een reagens op l. is het zoutzure zout van aniline, dat met l. een gele kleur geeft en ook phloroglucinol, dat een rode kleur geeft. In hogere planten komen een aantal stoffen voor, die op een of andere wijze met l. moeten samenhangen, nl. coniferylalcohol (z. Coniferine), eugenol, vanilline (de reukstof van de vanille).