een Engelsman, die omstreeks het midden der vorige eeuw in Z.Am. (Bolivië) werkzaam was o.m. als opkoper van wilde kinabasten. Door hulp van een Indiaanse bediende kwam hij in 1865 in het bezit van een hoeveelheid kinazaad.
Een deel hiervan werd door de Ned. Regering aangekocht voor de Gouvernementsproefaanplantingen op Java. In Dec. 1865 werd dit zaad ontvangen op Tjinjiroean. Het was toen grotendeels bedorven; VAN GORKOM slaagde er in hieruit 12.000 planten te kweken. In 1872 verrichtte MOENS de eerste analysen van basten van deze planten en vond ongekend hoge kinine-gehalten.De nieuwe kinasoort, door MOENS ter ere van LEDGER, Cinchona ledgeriana genoemd, is de eerste en enige kinasoort geweest, die het ontstaan van een econ. lonende kina-cultuur mogelijk maakte.