fam. Ericaceae.
In moerassen struiken met roestbruin behaarde twijgen en bladonderzijden: de bloemen zijn wit en gerangschikt in schermvormige bloeiwijzen. in cultuur zijn L. palustre L., circumpolair, met ca lijnvormige bladen en een lang gewimperde kelk; L. groenlandicum OED. uit N. Am. en Groenland, met bredere bladen en kort gewimperde kelk.