treedt op bij druiven en is het gevolg van een tijdelijk vochtgebrek van het gewas. Zodra de verdamping van het gewas groter is dan de vochtopname door de wortels, onttrekt het blad vocht aan de bessen.
Steeltjes van de bessen verdrogen en kleuren bruin, de bessen kleuren slecht en blijven zuur.Onvoldoende wortelontwikkeling en te weelderige groei bevorderen de kwaal. Herstel is praktisch niet mogelijk; daarom moeten de cultuurmaatregelen, die tijdens de teelt genomen worden, gericht worden op het voorkomen van de kwaal: geregeld en vroegtijdig scheuten uitbreken, bij scherp zonnig weer schermen, eventueel de grond natbroezen en zorgen voor het op peil houden van de grondwaterstand. Frankenthaler en Muscaat van Alexandrië zijn de gevoeligste rassen.