1. Paarden worden bij gladde wegen op s. gezet, d.w.z. men brengt aan de hoefijzers aan de onderkant uitstekende, m.o.m. scherpe delen aan.
Dit kunnen zijn ijsnagels of kalkoenen. Het bezwaar van ijsnagels is dat ze spoedig afslijten en daarom vaak vervangen moeten worden door nieuwe, waardoor de hoef te veel te lijden heeft.2. Men zegt dat een koe scherp in heeft, als met het voer een of ander metalen voorwerp (spijker, naald, speld, stuk ijzerdraad enz.) is doorgeslikt, dat dan veelal in de netmaag is terechtgekomen. Door de samentrekking van de maag doorboort dit scherpe voorwerp de maagwand en daarna tevens vaak het middenrif, waardoor het in de borstholte juist in het hartezakje, dat het hart omgeeft, terechtkomt. Hier wordt dan een ontsteking veroorzaakt, waardoor het hart zelf niet goed meer kan functionneren. Wanneer het s. tijdig bij koeien wordt ontdekt, nl. voordat het de maag geheel heeft verlaten is het mogelijk het door een operatie, door de pens heen, te verwijderen.
