Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Klauw

betekenis & definitie

1. (veet.) De bij rund, schaap, geit, varken en andere twee- en vierhoevigen aanwezige hoornige bekleding van het laatste teen-(vinger-) lid wordt evenals het hoornige verlengstuk van de tenen, zoals dat b.v. bij roofdieren voorkomt, k. genoemd.

2. (tuinb.) Hark, ook wel zaadhark genoemd, met wijd van elkaar staande tanden, die op klei- en zavelgronden wordt gebruikt om de grond zaaiklaar te maken.

< >