Wat is de betekenis van Klauw?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

klauw

(18e eeuw) (inf.) (meestal meerv.) hand. In Nederlandse politieke kringen hoor je wel eens de uitdrukking 'klauwen vol met geld'. • Tes sieleverlies. Hebbent zyt in de claeukins.... (Cornelis Everaert: Spelen. 1898) • As ze d'r hun handen langs veegden bij 't voorbijrijden van de karren, snauwde nie ze branie toe: ‘kò, snotn...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

klauw

klauw - Zelfstandignaamwoord 1. poot / kromme nagel van een roofdier Met z'n reusachtige klauwen vermorzelt het beest z'n prooi. 2. (informeel) (grof) hand Blijf met je klauwen van mijn lijf! klauw - Werkwoord 1. eerste pe...

2024-04-26
Jargon & Slang van Havenarbeiders

Marc de Coster (2017)

Klauw

Klauw - benaming voor het gedeelte van het ruim dat zich onder de lieren ( = hijswerktuigen om goederen in of uit de schepen te hijsen) bevindt. De uitdr. op zn klauwen staan betekent hard werken en is typisch Rotterdams.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

klauw

klauw - zelfstandig naamwoord 1. dierenpoot met nagels ♢ de tijger sloeg een klauw naar me uit 1. uit de klauwen lopen [er geen controle meer over hebben] Zelfstandig naamwoord: klauw ...

2024-04-26
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Klauw

Onderdeel van een rechtstoel, ook wel kluft genoemd. Oorspronkelijk ging het rechterschap rond over de eigenaren van de heerden (de boerenbedrijven). De bevoegdheid om op zijn beurt een jaar recht te spreken, werd beschouwd als een ‘gerechtigheid en heerlijkheid’, aan de heerd verbonden. De namen van de gerechtigde heerden stonden op zg...

2024-04-26
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Klauw

1. in de -(en) hebben, in de hand hebben. Gezegd van een bep. zaak; men kan echter ook iemand in de klauw hebben ‘in toom houden’. Informele uitdr. Docters zingt het bekende lied. De burger kan gerust zijn. Hij waakt en heeft de zaak in de klauw. (Elsevier, 20/05/95) 2. op zijn -en staan, hard werken; zich afbeulen. Rotterdamse slanguitdr. (o.a. O...

2024-04-26
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Klauw

Klauw - →Gaffel.

2024-04-26
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Klauw

zie Duimrust.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Klauw

1. (veet.) De bij rund, schaap, geit, varken en andere twee- en vierhoevigen aanwezige hoornige bekleding van het laatste teen-(vinger-) lid wordt evenals het hoornige verlengstuk van de tenen, zoals dat b.v. bij roofdieren voorkomt, k. genoemd. 2. (tuinb.) Hark, ook wel zaadhark genoemd, met wijd van elkaar staande tanden, die op klei- en zavelgro...