zijn goederen, welke nog niet ten verbruike zijn opgenomen, m.a.w. goederen beschouwd in hun productieve functie. De productieve functie van een goed is het voortbrengen van middelen voor behoeftebevrediging.
K. zijn concrete, afzonderlijke dingen, zoals gebouwen, machines, grondstoffen e.d. Eindproducten zijn k. indien zij nog in handen zijn van de producent (b.v. brood bij de bakker). Het eindproduct heeft hier een functie voor de vorming van het inkomen van de producent. In handen van de consument is het brood een consumptiegoed, d.w.z. het vervult een functie voor de directe behoeftebevrediging van de consument. Het goed heeft hier een consumptieve functie. Duurzame consumptiegoederen, zoals woonhuizen, zijn k. indien zij worden beschouwd als voortbrengers van behoeftebevredigingsmiddelen, in dit geval dus woonruimte. Voor de bewoner is het woonhuis een consumptiegoed, voor de eigenaar is het een kapitaalgoed. Is de bewoner tevens eigenaar, dan is het woonhuis voor hem tegelijk consumptiegoed en kapitaalgoed. Het hangt dan af van de gezichtshoek, waaruit hij redeneert of hij de woning als consumptiegoed of als kapitaalgoed dient te beschouwen.