of runderhorzel. Hiervan zijn twee soorten bekend, die betrekkelijk weinig van elkaar verschillen, nl. de H. bovis, die steeds 1 ei aan een haar legt en de H. lineatus, die een serie van ongeveer 15 eieren aan een haar legt.
Deze eieren komen uit, de larven dringen door de huid naar binnen of worden opgelikt en komen dan na enige omzwervingen door het lichaam ten slotte onder de huid, aan de rugzijde van het dier terecht, waar zij bulten doen ontstaan. Hier boren ze een eat in de huid. Dit dient eerst voor luchttoevoer en naderhand om de larven naar buiten door te laten. De op de grond gevallen larven veranderen in een zwart puparium, dat spoedig een nieuwe vlieg (horzel) vrijlaat.Door de gaten in de huid wordt het gedeelte hiervan, dat voor de leerbereiding de meeste waarde heeft, ernstig beschadigd. Verder veroorzaakt de runderhorzel schade door de grote onrust, die ze in de warme zomermaanden bij het vliegen en eieren leggen veroorzaken. De koeien hollen dan door de weide, hetgeen een zeer nadelige invloed heeft op de melkproductie. Bestrijding vond vroeger plaats door opensnijden van de bulten en uitdrukken van de larf; thans worden de bulten behandeld met b.v. Derris-extract, waardoor de larven gedood worden en de bulten genezen. Deze behandeling is in Ned. verplicht.