Veredelingsmethode, waarbij van het heterosiseffect gebruik wordt gemaakt. De h. bestaat in de regel uit 3 gedeelten: het intelen van een aantal lijnen of fam., het uitvoeren van proefkruisingen tussen deze lijnen of fam. om vast te stellen, welke combinaties het gunstigst resultaat geven en het herhalen van de gunstigste combinaties op grote schaal voor het produceren van handelszaad.
Als door proefkruising is uitgemaakt, dat b.v. inteeltstammen A en B bij onderlinge paring een prima F1 opleveren, wordt zaad van deze samenstelling in het groot geteeld door op een geïsoleerd gelegen veld de beide inteeltstammen in afwisselende rijen uit te planten, zodat zij voorn, elkander zullen bevruchten. Tegelijk met de gewenste kruising zal ook een zeker percentage zelfbestuiving optreden, tenzij de planten volkomen zelfsteriel zijn of door bepaalde kunstgrepen de zelfbestuiving onmogelijk wordt gemaakt. Soms kan men aan het uiterlijk de bastaarden onderscheiden van de door zelfbestuiving ontstane planten.
Bij mais, welk gewas afzonderlijke ♂ en ♀ bloeiwijzen heeft, kan men door eenvoudig ingrijpen bewerkstelligen, dat de gewenste kruising voor 100% optreedt. Men bereikt dit door, vóór de bloei, alle ♂ bloeiwijzen (de pluimen) van één der inteeltstammen weg te nemen. De hieruit opgroeiende bastaard duidt men aan met de naam ‘enkelvoudige hybride’ (single cross). Bij sommige gewassen, o.a. mais, past men achtereenvolgens 2 van dgl. kruisingen toe. Het eerste jaar verricht men kruisingen van het type A X B, C X D, enz.; het tweede jaar laat men deze enkelvoudige hybriden nogmaals twee aan twee met elkander kruisen en verkrijgt dan de z.g. ‘dubbele hybriden’ (double cross) - type (A X B) X (C X D)-, waarvan het zaad in de handel wordt gebracht. Nabouw van dgl. door h. verkregen materiaal levert ten gevolge van het uitsplitsen van factoren vrijwel steeds teleurstellende resultaten op. Dit geeft de kweker van een heterosis-ras een zeer effectieve bescherming tegen natelers.
Behalve mais, zijn suikerbieten, uien en tomaten vb. van gewassen, waarbij h. met succes wordt toegepast. Bij de ui maakt men gebruik van de eigenschap van ♂ steriliteit. Aan één van twee ingeteelde lijnen of fam., die na kruising liet heterosiseffect geven, moet dan door een bepaalde kweekmethode de ♂ steriliteit worden toegevoegd.